Psychiatrisch verpleegkundige gewond tijdens nachtdienst: is de werkgever aansprakelijk voor de schade?
Tijdens haar nachtdienst ontving de psychiatrisch verpleegkundige om 05:20 uur een oproep via haar pieper. Samen met haar collega begaf zij zich naar de afdeling van waar het alarm afkomstig was. Daar werd zij aangevallen door een patiënt die een mes bij zich had en al een andere patiënt had verwond. De politie arriveerde kort daarna en arresteerde de patiënt. Als gevolg van dit incident liep de psychiatrisch verpleegkundige letsel op en was zij een periode arbeidsongeschikt.
Op 13 augustus 2021 stelde de psychiatrisch verpleegkundige haar werkgever aansprakelijk voor de schade die zij had geleden, op grond van artikel 7:658 BW. Echter, op 30 november 2021 wees de verzekeraar van de werkgever, Centramed, aansprakelijkheid af met het argument dat er geen sprake zou zijn van een schending van de zorgplicht. De vraag die zich nu voordoet, is of de werkgever jegens de werknemer aansprakelijk is voor het incident en de daaruit voortvloeiende schade.
De zorgplicht van de werkgever
De zorgplicht van de werkgever biedt geen absolute bescherming tegen arbeidsongevallen, zelfs niet voor werknemers met risicovolle werkzaamheden. Toch kan niet snel worden aangenomen dat de werkgever aan deze zorgplicht heeft voldaan. Artikel 7:658 BW vereist een hoog veiligheidsniveau voor de werkruimte, werktuigen en organisatie, evenals toezicht op de naleving van de gegeven instructies. Een werkgever is verplicht redelijke maatregelen te nemen die noodzakelijk zijn om ongevallen te voorkomen die zich tijdens de uitoefening van de werkzaamheden door de werknemer kunnen voordoen.
In het arrest van de Hoge Raad van 11 november 2021 (NJ 2011,598, Rooyse Wissel) werd geoordeeld dat werken met delictgevaarlijke TBS-patiënten inherent risico op geweld met zich meebrengt. Als dit gevaar zich daadwerkelijk voordoet, ligt het bij de werkgever om te bewijzen dat zij heeft gezorgd voor een hoog veiligheidsniveau dat is afgestemd op de specifieke gevaren. Dit omvat onder meer maatregelen ter bescherming van werknemers, voorlichting, instructies gericht op de gevaren en toezicht op de naleving van deze maatregelen.
De patiënt die de werknemer aanviel, was geen TBS-patiënt, maar een "hoog risico" patiënt op de High Intensive Care afdeling. Dit betekent dat, vergelijkbaar met het arrest van de Hoge Raad, hoge eisen worden gesteld aan de stelplicht van de werkgever. Het incident, dat resulteerde in letselschade, is het gevolg van een gevaarlijke situatie die direct verband houdt met de werkzaamheden van de werknemer en inherent is aan haar functie, waaraan zij zich niet kon onttrekken.
De zorgplichtinvulling volgens de werkgever
De werkgever heeft aangevoerd dat zij haar zorgplicht heeft nageleefd door de werknemer deel te laten nemen aan verschillende agressietrainingen, waaronder de introductietraining, basistrainingen en vervolgtrainingen. Ook heeft de psychiatrisch verpleegkundige FIT-trainingen gevolgd. Daarnaast verwees de werkgever naar het document “Grensoverschrijdend gedrag/Psychosociale arbeidsbelasting” over agressie op de werkvloer en de bijbehorende trainingseisen en nazorg.
De werknemer betwist niet dat zij deze agressietrainingen heeft gevolgd, maar stelt dat deze trainingen haar niet hebben voorbereid op het geweld dat zij ervaren heeft, waarbij ook een wapen werd gebruikt. Dit kwam niet aan bod in de trainingen. Bovendien stelt zij dat het document “Grensoverschrijdend gedrag/Psychosociale arbeidsbelasting” niet aan haar werd verstrekt en behandelt het document alleen situaties van slaan, bijten, spugen en vernielen. Tijdens het incident was er paniek onder het personeel, wat volgens de werknemer aantoonde dat niemand wist hoe te handelen in zo'n situatie. Ze stelt dat haar werkgever de werknemers onvoldoende heeft geïnstrueerd, wat in strijd is met artikel 3 van de Arbeidsomstandighedenwet.
Oordeel van de rechtbank
De kantonrechter oordeelt dat de werkgever niet heeft voldaan aan haar stelplicht door enkel te verwijzen naar de aangeboden trainingen. De werkgever heeft niet aangetoond dat zij ervoor heeft gezorgd dat de werkomstandigheden voldoende waren afgestemd op de specifieke gevaren van het werken met psychiatrische patiënten. Volgens artikel 5 van de Arbeidsomstandighedenwet dient een werkgever in de Risico-Inventarisatie & Evaluatie (RI&E) de risico’s van de arbeid vast te leggen, evenals de maatregelen die genomen worden om deze risico’s te beheersen. De werkgever heeft echter niet gesteld of zij een RI&E heeft opgesteld, noch heeft zij een RI&E overgelegd waarin de risico’s van agressie en wapengebruik door patiënten zijn onderkend. Om deze reden concludeert de kantonrechter dat de werkgever niet voldoende heeft aangetoond dat de gevaren voor haar werknemers adequaat zijn geïnventariseerd en geminimaliseerd.
Gezien het bovenstaande wordt vastgesteld dat de werkgever aansprakelijk is voor de materiële en immateriële schade die de werknemer heeft geleden en nog zal lijden als gevolg van het incident. Hieruit blijkt weer dat een werkgever doorgaans niet eenvoudig kan ontkomen aan aansprakelijkheid.
De volledige uitspraak van de Rechtbank Limburg kunt u hier lezen (Rechtbank Limburg 26 februari 2025, ECLI:NL:RBLIM:2025:1947).
Als u naar aanleiding van dit artikel nog vragen heeft, dan kunt u contact met ons opnemen voor een vrijblijvend en kosteloos advies.
Seyda Söyler